gynaecologie@ziekenhuiswaregem.be - Bel ons op 056 62 35 30
Bel ons op 056 62 35 30
Cytomegalovirus (CMV) is een veel voorkomend virus dat mensen van alle leeftijden kan besmetten. CMV komt voor in lichaamsvochten (vb. speeksel, urine, tranen…). Besmetting kan gebeuren door contact met deze vochten. Een CMV-infectie is meestal vrij onschuldig en kan symptomen geven van koorts, vermoeidheid, keelpijn en gezwollen halsklieren. Jonge kinderen en volwassenen ondervinden meestal geen gevolgen van de infectie. Voor verzwakte mensen en zwangere vrouwen houdt een CMV infectie echter wel risico’s in.
CMV blijft na infectie in het lichaam aanwezig en kan opnieuw actief worden, de zogenaamde “CMV-reactivatie”.
Cytomegalovirus of CMV is een virus dat ongevaarlijk is voor de meeste kinderen en volwassenen. Voor het ongeboren kind, dat nog geen ontwikkeld immuunsysteem heeft, kan een infectie met CMV tijdens de zwangerschap ernstige gevolgen hebben. Dit virus wordt beschouwd als één van de belangrijkste oorzaken van niet-erfelijke doofheid en mentale handicaps. Men schat dat tijdens 1 tot 2 procent van de zwangerschappen een infectie van de foetus met CMV optreedt, daarmee is CMV het virus dat meest frequent wordt doorgegeven aan het ongeboren kind.
Besmetting met CMV
CMV wordt enkel overgedragen door direct contact via lichaamsvocht zoals speeksel of urine. Het virus wordt niet als zeer besmettelijk beschouwd maar omdat heel wat jonge kinderen ermee besmet zijn wordt het toch snel overgedragen in crèches en kleuterklassen, en binnen een jong gezin. Wie met kinderen werkt en een besmetting wil voorkomen moet er dus een perfecte handhygiëne op na houden. CMV is de hoofdreden waarom bijvoorbeeld zwangere kleuterleidsters onmiddellijk uit de klas worden gehaald.
Wanneer je zelf besmet wordt met CMV dan wil dit nog niet zeggen dat ook je kindje besmet is, er is ongeveer 30 procent kans dat het virus de foetus bereikt. Bij een CMV infectie van de foetus spreekt men soms van een perinatale CMV besmetting, dit is om aan te geven dat het gaat om een besmetting vóór de geboorte.
Eén tot 4 % van de zwangere vrouwen wordt tijdens de zwangerschap voor het eerst geïnfecteerd met CMV. Indien de infectie tijdens de zwangerschap doorgegeven wordt aan de baby spreken we van een congenitale of aangeboren infectie.
Ook mama’s met vooraf bestaande antistoffen kunnen tijdens een “reactivatie” of besmetting met een nieuwe CMV-stam het virus doorgeven aan de baby. In dit geval is de kans op doorgifte aan de baby lager (<2%) dan wanneer de moeder voor het eerst wordt geïnfecteerd tijdens de zwangerschap (40%).
Ongeveer 10% van de pasgeborenen met een congenitale CMV-infectie vertoont bij de geboorte milde ziektetekenen van voorbijgaande aard (vb. huiduitslag, vergrote lever…). Minder dan 5% van de baby’s heeft ernstige symptomen bij de geboorte, zoals afwijkingen aan de hersenen of het gehoor. De meerderheid van de baby’s wordt dus geboren zonder symptomen (asymptomatisch). Maar ook de asymptomatische kinderen kunnen tijdens de eerste levensmaanden en -jaren problemen krijgen met het gehoor, het zicht of de neurologische ontwikkeling (kruipen, lopen, praten…). De kans hierop is niet volledig duidelijk maar varieert tussen 10 en 25% van deze groep.
Besmetting gebeurt meestal door contacten met een besmet kind.
Vooral op plaatsen met veel kinderen zoals kinderopvang, kleuterklas… is er een sterke verspreiding van CMV. Vooral jonge moeders met reeds één of meerdere jonge kinderen lopen gevaar op besmetting.
Dit is niet steeds mogelijk maar zwangere vrouwen én hun partner kunnen een aantal voorzorgsmaatregelen nemen:
Daarnaast worden deze kinderen nauwkeurig opgevolgd op het vlak van gehoor, zicht en neurologische ontwikkeling, ook indien de eerste onderzoeken allemaal normaal blijken te zijn.
Wat is het nut van een CMV-screening bij de pasgeborene?
Tijdens de zwangerschap is het zeer moeilijk om te weten welke moeder het CMV-virus doorgeeft aan haar foetus. Bovendien worden de meeste kinderen met een congenitale CMV-infectie geboren zonder symptomen.
Het is echter zeer belangrijk om te weten of een pasgeborene een congenitale CMV-infectie heeft doorgemaakt, zodat deze nauwkeurig onderzocht, eventueel behandeld én opgevolgd kunnen worden.
In ons ziekenhuis bieden we elke pasgeborene een speekseltest aan waarmee een congenitale CMV-infectie vroegtijdig kan opgespoord worden.
Werkwijze
Het CMV bij een congenitale infectie is aanwezig in het speeksel van de pasgeborene. Na de geboorte neemt de vroedkundige een beetje speeksel van de baby af door met een borsteltje (wisser) over de binnenkant van de wang te wrijven.
Het resultaat van deze wisser is binnen de week gekend. Indien het virus gedetecteerd wordt, zal ter bevestiging een controle worden uitgevoerd op urine.
De kostprijs is 30 euro voor de patiënt aangezien deze test wordt niet terugbetaald door het RIZIV. Indien de diagnose van een congenitale CMV-infectie wordt gesteld, zal de kinderarts voorstellen om een aantal bijkomende onderzoeken uit te voeren. Deze onderzoeken worden wel grotendeels terugbetaald.
Indien u de speekseltest wenst te laten uitvoeren bij uw pasgeborene dan vragen we om het ‘toestemmingsformulier neonatale screening CMV via speekseltest’ te ondertekenen (cfr bijlage).
Deze kan u bereiken via het secretariaat gynaecologie op T 056/62.35.30 of het secretariaat pediatrie op T 056/62.35.50.
U kan ook terecht op het nummer van de verloskamer T 056/62.32.70 voor dringende informatie.